De makelaar wordt hedendaags meer gebruikt als versieringselement, maar is eigenlijk ontstaan met een functionele bedoeling. Namelijk bedoeld als versteviging  van de nokconstructie,  een verticaal balkje boven aan de top, waar windveren en  waterborden samenkomen. Eigenlijk werd vanaf de 17e eeuw de makelaar al meer als versieringselement gezien en werden ze ook als zo gemaakt. Vanaf die tijd zijn ze in alle vormen en maten gemaakt, bijvoorbeeld gedraaid in kurketrekkervorm, van kerfwerk voorzien of uitgezaagd. Tegenwoordig zijn ze allemaal wit geschilderd. Daarentegen zouden ze vroeger kleurig zijn geweest, soms zelfs veelkleurig.

Bij windmolens heeft de makelaar echter nog steeds een functie: wanneer de wind onder een schuine hoek door openingen in de makelaar blaast, begint deze te fluiten. De molenaar hoort dan dat de wind is gedraaid en de molen gekruid moet worden.

De windveren daarentegen zijn van geheel functionele waarde, want ze zijn bedoeld om de (rieten) dakbedekking tegen inwatering te beschermen, maar ook om te voorkomen dat de wind onder de dakpannen (of riet) komt, waardoor deze eraf zouden kunnen waaien. En als plezierige bijkomstigheid blijken ze uitermate geschikt om sierlijke vormen in de gevel aan te brengen. Met name in de Zaanse houtbouw zie je windveren die dikwijls zijn uitgeschulpt.

Author admin

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *