Als iemand aan de Zaanstreek denkt, dan komt al gauw Zaans Groen ter gedachte. Groene gevels zijn kenmerkend voor de Zaanse bouw. Maar wat men niet weet is de groene kleur van veel recentere datum is dan de eerst geschilderde gevels.

In de middeleeuwen is inheems eikenhout nog makkelijk en goedkoop te krijgen, deze houtsoort kan onbeschermd worden toegepast en vergrijst daardoor. De zachtere houtsoorten die uit het buitenland worden geïmporteerd, hebben wel bescherming nodig en hiervoor gebruikten de middeleeuwers veelal bruinzwarte teer, want dit was makkelijk te krijgen en veelal goed voor de portemonnee. Toen de welvaart in de zeventiende eeuw toenam, ging de (binnen)schilder voor het eerst met zijn glanzende olieverf naar buiten en schilderde de gevels in hele kleurpaletten; rood, geel, blauw, groen, wit, zwart of grijs.

In 1813 verlaten de Fransen de Zaanstreek en het Waterland en beleven deze Noord-Hollandse streken zware economische tijden. In Waterland trekken de rijken weg en de huizen verliezen hun uitbundige kleuren en verbleken langzaam in pasteltinten en gebroken wit. De Zaanstreek volgt daarentegen een hele andere ontwikkeling, hoewel het kleurbeeld ook versoberd, blijft de welvaart wel bestaan. Tot ver in de negentiende eeuw maakte de schilder nog steeds zijn eigen verf. Kleurstoffen en pigmenten zijn aanvankelijk nog erg kostbaar, daarom zijn de meeste gevels zwart geteerd, want het pigment in de standolie was roet, hetgeen makkelijk te verkrijgen was. Op deuren en kozijnen smeerde men contrasterende kleuren, op de raamkozijnen was dit over het algemeen wit, wat was gemaakt met loodoxide (erg giftige stof wanneer vermalen!). De deuren en luiken werden vaak in ossenbloedrood geverfd, gemaakt met pigmenten van ijzeroxide en een extract van de dodekopplant. Een kleurencombinatie die nog steeds te zien is in de Zaanstreek.  Ook okergroen en paars werden steeds betaalbaardere pigmenten.

De Fransen hebben toch hun voetprint achtergelaten en die wordt zichtbaar in de achttiende eeuw. Gevels veranderen in crème-achtige kleuren, deuren en luiken worden soms paars of bruin. De felle kleuren zijn alleen voor de rijken, want deze pigmenten blijven kostbaar.

Pas in de negentiende eeuw worden kleurstoffen betaalbaar voor de ‘gewone’ mens. Gebruik van chroomoxide zorgt ervoor dat de meest uiteenlopende kleuren groen uit de Zaanse verffabrieken vloeien. Van lichte kleuren groen tot donkere en diepe kleuren. Zaans Groen is geboren en markeert de welvarende industriële samenleving in de Zaanstreek. Het groeit uit tot een handelsmerk om zo toeristen naar de Zaanstreek te lokken. De Zaanse Schans is hier nog steeds een goed voorbeeld van.

De term Zaans Groen is dus eigenlijk pas in het begin van de negentiende eeuw geboren, maar de tijd daarvoor kent wel een kleurrijke geschiedenis!

Author admin

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *